Triumph
historie
Door: Marc Vorgers/ ClassicarImages
Ga terug naar de vorige pagina met de
"terug" of "back"
knop van uw browser.
Triumph kwam
in 1923 voor het eerst op de markt met een auto; de 10/20. In de
voorafgaande jaren had Triumph faam verworven met de vervaardiging van
rijwielen en motorfietsen.
In 1948 deed Jaguar de autowereld versteld staan met de fraai gelijnde
Jaguar XK 120. De XK 120 haalde een topsnelheid van 190 km/u, had een
moderne lijnvoering en was bovenal betaalbaar in vergelijking met exoten
als Ferrari en Aston Martin. John Black besloot dat het tijd werd ook
met de Triumph sportwagens een andere weg te gaan volgen. In de naoorlogse
jaren was Amerika een afzetmarkt van grote betekenis geworden, MG deed
er goede zaken. Black besloot de nieuw te bouwen Triumph sportauto
tussen MG en Jaguar te positioneren. Aldus geschiedde; In 1952
presenteerde Triumph een prototype, de 20 TS die later TR 1 genoemd zou
worden. De 20TS/ TR 1 kwam niet in productie zoals gepresenteerd. De Italiaanse vormgever Michelotti werd eind jaren vijftig aangetrokken om een gezinsauto voor Triumph te tekenen, de Herald. In deze periode kreeg de raad van commissarissen genoeg van het eigenzinnige, onvoorspelbare, gedrag van John Black en onthief hem uit zijn functie. John Black werd opgevolgd door zijn assistent Allick Dick. Dick was ervan overtuigd dat Triumph een sterke partner nodig had om op termijn te overleven... Er volgden gesprekken met Leyland Truck & Bus company en in 1961 ging Triumph deel uitmaken van Leyland Motor Corporation*. De nieuwe technisch directeur Harry Webster was zeer onder de indruk van de ontwerpen van Michelotti. Webster gaf Michelotti opdracht een opvolger voor de TR 3 te ontwerpen en tevens een kleinere, goedkopere, sportwagen te ontwerpen om MG het hoofd te kunnen bieden. De MG tegenhanger verscheen in 1962 in de vorm van de Triumph Spitfire en de volgende loot aan de TR stamboom werd de Triumph TR 4. De Triumph TR 4 was grotendeels gebaseerd op TR 3 techniek maar het was uiterlijk een volslagen andere auto. Heldere strak vloeiende lijnen en een robuust/ stoere uitstraling kenmerkten de TR 4. Functioneel was er veel verbeterd, de TR had nu een ruim interieur en een goed toegankelijke motorruimte. Ook de TR 4 werd voortdurend verfijnd; in 1964 verscheen de TR 4a (met enige detailwijzigingen) en de 4a IRS met onafhankelijke achterwielophanging. De jaren zestig waren Triumphs hoogtijdagen, de TR 4 verkocht goed en de goedkopere Triumph Spitfire was een absolute bestseller. In 1967 verscheen de Triumph TR 5 op de markt, dit was de eerste productieauto die standaard was voorzien van benzine injectie (mechanische injectie van Lucas). De TR 5 was, op details na, identiek aan de TR 4. De TR 5 was echter voorzien van een 150 SAE pk. leverende zes cilinder motor. Voor de Amerikaanse markt bleek benzine injectie niet geschikt (onderhouds complexiteit en storingsgevoeligheid); men besloot de Amerikaanse versie met twee carburateurs uit te rusten, waardoor er ca. 25 pk. werd ingeleverd Deze Amerikaanse versie heette TR 250.
Eind jaren zestig was Triumph bezig met een prestigieus project dat in 1970 de Triumph Stag zou opleveren. De TR klandizie was echter uitgekeken op de TR 4/5/250 vormgeving waardoor Triumph genoopt was met een TR opvolger te komen. Het "Stag" project kostte echter zoveel geld dat Triumph slechts beperkte middelen voor handen had om de TR opvolger te ontwikkelen. Gelukkig vond men in de Duitse firma Karmann de juiste partner die de klus kon klaren. Karmann had ontwerpfaciliteiten en de mogelijkheden de productievoorbereiding uit te voeren waardoor Triumph veel werk uit handen werd genomen. Karmann besloot het goede van de TR sportwagen serie te behouden en slechts de voor- en achterkant van het Michelotti ontwerp opnieuw vorm te geven zonder de onderhuidse structuur te wijzigen. In 1968
verscheen de TR opvolger in de vorm van de De laatste Europese TR 6 werd in januari 1975 afgeleverd en de laatste Amerikaanse TR 6 in 1976! De laatste echte klassieke Britse roadster was ten prooi gevallen aan de Amerikaanse veiligheidslobby (open auto's zouden onveilig zijn) en aan het succes van de Datsun 240 Z die de klandizie een nieuw sportwagenconcept bood. Triumph reageerde te laat met de introductie van de TR 7 die echter door gebruik van een viercilinder motor geen alternatief was voor de Datsun 240 Z. De Datsun 240Z bood net zo veel vermogen als de Europese Triumph TR 5 en TR 6 met injectie, 150 SAE pk. iets wat de Amerikanen tot dan toe nog niet hadden mogen meemaken! De introductie van de TR 8, de waardige open TR opvolger, uitgerust met een krachtige V8 motor, had het tij moeten keren. Helaas kwam de TR 8 te laat en was de financiële positie van Triumph dusdanig slecht dat het trotse merk de fabriekspoorten moest sluiten Op dit
ogenblik is Triumph één van de vele slapende Britse merknamen. Volgens
onze bronnen is de naam in eigendom van de huidige Rover-group. Doordat
de Rover-group veel energie steekt in het merk MG, en daarmee succesvol
is, achten wij
de kans uitgesloten dat men hetzelfde zal doen met Triumph. Klik hier voor een uitgebreid en gedetailleerd Triumph model overzicht in de ClassicarImages archieven. * |
|