De Rover P5
kwam op de markt in 1958 als alternatief voor de dure Jaguars en
Daimlers. Vanaf het begin werd de P5 in dit segment erg goed verkocht en
Rover kon de productie nauwelijks aan.
De Rover P5 was in Engeland mateloos populair onder bewindslieden,
dokters, notarissen en advocaten. Zelfs Queen Elizabeth had er één en
bronnen beweren dat het haar lievelingsauto was, waarmee ze zelf graag
rondreed.
De P5 was voorzien van een drie liter zescilinder lijnmotor. In 1962
kwam de P5 MKII op de markt en was er keuze tussen een saloon en een
vierdeurs coupé variant. Deze laatste had een iets verlaagd dak wat de
auto een sportiever en onverzettelijker aanzien gaf.
In 1967 kwam
de P5B op de markt met een 3.5 liter V8 motor. Het ontwerp van deze
motor had men gekocht bij het Amerikaanse Buick dat de motor gebruikte
in de Buick Special en de Oldsmobile F85. Deze oerdegelijke aluminium V8
motor wordt nog altijd, in sterk geëvolueerde vorm, in de Range Rover,
de Morgan plus eight en andere Britse sportwagens toegepast.
In 1973 werd
de P5 uit productie genomen. De auto was echter zo populair bij de
Britse overheid dat men in 1973 een groot aantal van de laatst
geproduceerde P5B’s opkocht om er nog vele jaren genoegen aan te
beleven. De P5 deed aldus dienst, bij de Britse overheid, tot het eind
van de jaren tachtig…
Technische
gegevens
V8 motor
2 SU carburateurs
cilinderinhoud: 3528 cc
vermogen MK I: 188 pk bij 5500 tpm.
koppel: 305 Nm bij 3000 tpm.
 |