De Rover P5
kwam op de markt in 1958 als alternatief voor de dure Jaguars en
Daimlers. Vanaf het begin werd de P5 in dit segment erg goed verkocht en
Rover kon de productie nauwelijks aan.
De Rover P5 was in Engeland mateloos populair onder bewindslieden,
dokters, notarissen en advocaten. Zelfs Queen Elizabeth had er één en
bronnen beweren dat het haar lievelingsauto was, waarmee ze zelf graag
rondreed.
De P5 was voorzien van een drie liter zescilinder lijnmotor. In 1962
kwam de P5 MKII op de markt en was er keuze tussen een saloon en een
vierdeurs coupé variant. Deze laatste had een iets verlaagd dak wat de
auto een sportiever en onverzettelijker aanzien gaf. Tevens was de MK II
voorzien van een verlaagde wielophanging en was het vermogen van de
zescilinder motor opgeschroefd van 115 naar 134 pk.
Technische
gegevens
6 cilinder
lijnmotor
2 S.U. carburateurs
cilinderinhoud: 2995 cc.
vermogen : 134 pk. bij 5000 tpm. (handgeschakeld),
129 pk. (automaat)
|