De Rover P4 werd gebouwd tussen 1949 en 1964. Qua styling was de P4 een grote sprong voorwaarts ten opzichte van de nogal vooroorlogs vormgegeven Rover P3. Kenmerkend voor de eerste P4's, tot 1952, was de centraal in de grille gemonteerde schijnwerper die de bijnaam cyclopen oog kreeg. Voor de eerste P4's werden de Rover P3 vier - en zescilinder motoren overgenomen. De eerste P4's waren voorzien van stuurschakeling, vanaf 1954 kwam de schakelpook op de vloer te staan. Rovers waren kwaliteitsproducten en met de P4 had rover zichzelf overtroffen. De bouwkwaliteit van de auto's was uitstekend en de motoren waren bijna onverwoestbaar. De carrosserieën waren rijkelijk voorzien van aluminium panelen voor de motorkap, kofferklep en deuren. De laatste modellen kregen stalen deuren vanaf 1960. De vroege P4's waren voorzien van trommelremmen aan alle wielen, vanaf 1959 deden schijfremmen aan de voorwielen hun intrede.
We onderscheiden de volgende P4 modellen, tenzij anders aangegeven waren de meeste P4's voorzien van een zescilinder motor:  De P4 75 (vier en zes cilinder uitvoeringen) uit 1949, de P4 60 (viercilinder) uit 1953, de P4 90 uit 1953, de P4 75 Mk II (viercilinder) uit 1954, de P4 105R en 105S uit 1956, de P4 80 (viercilinder) uit 1959, de P4 100 uit 1960 en de P4 95 en 110 uit 1962.
De Rover P4 interieurs waren zeer luxe en prachtig met hout en leder afgewerkt volgens de beste Britse tradities.
De Rover P4 werd in die dagen niet zo genoemd door eigenaren, men zei ik heb een Rover 75 of een Rover 90, P4 was de fabrieksaanduiding. De Rover P4 kreeg in engeland al vroeg een leuke bijnaam: "Auntie"wat tante betekent.

Technische gegevens

Zescilinder lijnmotor
cilinderinhoud: 2625 cc.
vermogen: 123 pk. bij 5000 tpm.
topsnelheid: 170 km/u.

© 2001, V3D/ ClassicarImages. Alle rechten voorbehouden.