De (Morris) Mini
zag het levenslicht in 1959. De Mini werd ontworpen door Sir Alec
Issigonis en de auto wordt algemeen beschouwd als één van de
belangrijkste mijlpalen in de automobiel historie.
De Mini is een voorwiel-aangedreven auto, dat was op zich niet zo
bijzonder, maar de compacte samenbouw van motor en versnellingsbak en de
dwarse plaatsing ervan waren uniek in die tijd. De Mini is een erg
kleine auto met een lengte van 305 cm. (De VW Kever is bijvoorbeeld een
meter langer!). Het interieur geeft echter voldoende ruimte aan vier
inzittenden dankzij het slimme ontwerp. De Mini is uitgerust met een
uniek "Hydrolastic" schokdempingsysteem waarbij de
verschillende, vloeistofgevulde schokdempers, door middel van leidingen
met elkaar in verbinding staan. In combinatie met de
onderstelconfiguratie, met op de hoeken van de carrosserie geplaatste
wielen, is een uniek, skelterachtig, weggedrag verkregen.
In 1962 werd Morris overgenomen door British Motor Company
(BMC). De Morris mini heette vanaf dat ogenblik Austin Mini. Vanaf 1969
werd Mini een separaat merk binnen BMC.
Racewagen
constructeur John Cooper (en vriend van Sir Alec Issigonis) ontwikkelde
een sportieve Mini variant: de Mini Cooper, deze kwam op de markt in
1961. Nog sneller waren de Cooper S modellen die vanaf 1963 beschikbaar
waren. De Mini Cooper S 'works' modellen kennen een grootse rally
historie. Het begon met de overwinning in de Tulpenrally, met Pat Moss
(de zuster van Stirling Moss) achter het stuur. Vele successen volgden
met als absoluut hoogtepunt de overwinning in de Rally van Monte Carlo
met Paddy Hopkirk achter het stuur.
Technische
gegevens
Viercilinder
motor
cilinderinhoud: 1275 cc.
2 S.U. carburateurs
vermogen: 78 pk. bij 6000 tpm.
topsnelheid: 160 km/u.
versnellingsbak: 4, handgeschakeld
remmen: schijfremmen voor, trommelremmen achter
gewicht: 635 kg.
|