|
De broers Richard en Alan Jensen begonnen in de jaren dertig van de twintigste eeuw met de bouw van speciale carrosserieën op Standard en andere chassis. Vanaf 1935 begonnen ze eigen auto's te fabriceren. Deze modellen werden vaak aangedreven door Nash en Ford motoren. In 1950 kwam de eerste Interceptor op de markt, aangedreven door een grote zes cilinder Austin motor. Jensen had haar weg gevonden en bouwde vanaf dat moment snelle en stijlvolle GT's. In 1953 werd de prachtige Jensen 541 getoond op de London Motor Show. Een krachtig gelijnde 2+2 coupé met kunststof carrosserie en aangedreven door een 4 liter Austin zes cilinder motor. In 1962 werd de eerste Jensen met Chrysler V8 motor voorgesteld; de Jensen C-V8. In navolging van het Franse Facel Vega had Jensen besloten haar sportwagens ook uit te rusten met de zeer betrouwbare en ultra krachtige Chrysler V8 motoren. De aandrijving van de achterwielen geschiedde via een Chrysler Torqueflite automatische versnellingsbak, met drie versnellingen, en een Powr-Lock sperdifferentieel. Ook nu was de carrosserie weer vervaardigd van glasvezelversterkte kunststof. De automobielen zijn schaars. Van de Mk I werden tussen 1962 en 1963 slechts 68 stuks gebouwd. Van de C-V8 Mk II 250 stuks tussen 1963 en 1965 en van de Mk III 181 stuks tussen 1965 en 1966. V8 motor |
|
|
